Gods voorzienigheid over seksuele praktijken

‘Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden;
En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende gedierten.
Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;
Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geëerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen.
Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature;
En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende.
En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen’ (Romeinen 1:18-28).

Laten we de logica van de apostel Paulus en Johannes Chrysostom over Gods handelen bekijken:

  1. Alle mensen kennen God.
  2. Ze hebben God niet verheerlijkt.
  3. De heidenen begonnen goddelijke aanbidding aan afgoden te geven en andere mensen en dieren tot goden te maken.

    Dit was hun keuze. Ze hadden anders kunnen handelen.

  4. Daarom gaf God hen over aan de macht van homoseksuele en lesbische lusten.
  5. Dit zijn slechts de gevolgen, en deze mensen hebben nu geen keuze meer. Want als God zondaars «overgeeft aan schandelijke hartstochten», is er geen weg terug. Apostel Paulus schrijft dat mannen die seks hebben met mannen «verdiend hebben dat zulke dingen gebeuren».

    Johannes Chrysostom (407 г.), die de woorden van de apostel Paulus interpreteerde, stelde: «waar genot is in overeenstemming met de natuur, en als God verzaakt, wordt alles wanordelijk. Als gevolg daarvan hadden de heidenen niet alleen een satanische leer, maar ook een duivels leven. En als je vraagt: Vanwaar komt deze intensiteit van hartstocht? — Ik antwoord: omdat ze door God verlaten zijn.»

    Met andere woorden, seksuele praktijken zijn een direct gevolg van het verlies van het gemeenschap met God. Het is ook het resultaat van Gods voorzienigheid:

    «zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen».

    Daarom zijn heidenen zo geneigd tot homoseksualiteit, gierigheid, kwaadaardigheid en meedogenloosheid.

  6. Deze homoseksuelen en roddelaars weten dat God hen zal vernietigen, maar ze kunnen nu niets meer doen.

En nu zijn er vragen en opmerkingen.

Apostel Paulus veroordeelt meestal homoseksuelen samen met afgodendienaars, en ook mensen die gierig, jaloers, verraderlijk, kwaadaardig, lasterend, hoogmoedig, ongehoorzaam aan hun ouders, harteloos en meedogenloos zijn.

Ter vergelijking geef ik de lijsten van zondaars uit andere brieven van apostel Paulus:

«Als u elkaar echter verslindt en aanvreet, kijk uit dat u niet door elkaar vernietigd wordt! De werken van het vlees zijn immers bekend: overspel, ontucht, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, zelfzucht, tweedracht, partijzucht, afgunst, dronkenschap, zwelgpartijen en dergelijke; waarvan ik u vooraf zeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk van God niet zullen beërven» (Galaten 5:15-21);

«Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven» (1 Korinthiërs 6:9-10).

Dus, volgens de logica van christelijke homofoben, zouden ze alle zondaars moeten verafschuwen, niet alleen homoseksuelen. Maar dat gebeurt niet.

Volgens de logica van apostel Paulus is homoseksualiteit onder christenen principieel onmogelijk. Dank God, neem deel aan «dankzegging» — de eucharistie, en dan zal God je niet overgeven «aan schandelijke hartstochten».

Dit is allemaal in het verleden:

«Homo’s… — niemand van hen zal het Koninkrijk van God beërven! Sommigen van u waren dat wel, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God!» (1 Korinthiërs 6:9-11).

Maar we weten dat dit niet waar is.

De logica van apostel Paulus en Johannes Chrysostom werkt niet.

Maar we kijken nu naar het bijbelse paradigma, niet naar de onderzoeksresultaten van wetenschappers uit de 21e eeuw.

Afgaande op de brief aan de Romeinen in het Nieuwe Testament, Het propageren van homoseksualiteit is onmogelijk. Homoseksualiteit is het resultaat van het verlies van gemeenschap met God, niet van het kijken naar homoporno.

Vanuit het oogpunt van de apostel Paulus, Het verlangen om homoseksualiteit uit te roeien zou onvermijdelijk moeten leiden tot niet het straffen van homoseksuelen met boetes of gevangenisstraf, maar tot christelijke evangelisatie, dat wil zeggen, streven om mensen die ver van God zijn te helpen Hem te danken en deel te nemen aan het Avondmaal.

Понравилась статья? Поделиться с друзьями:
Добавить комментарий

;-) :| :x :twisted: :smile: :shock: :sad: :roll: :razz: :oops: :o :mrgreen: :lol: :idea: :grin: :evil: :cry: :cool: :arrow: :???: :?: :!: